For Antony is but a limb of Cæsar. Let us be sacrificers, but not butchers, Caius. CASSIUS. Yet I fear him: For in the ingrafted love he bears to Cæsar BRUTUS. Alas! good Cassius, do not think of him." If he love Cæsar, all that he can do Is to himself, - take thought 1), and die for Cæsar: malignity. Elders zegt Shakespeare: you turn the good we offer into envy.” Dat is bij hem zelfs de gewone beteekenis van het woord. 1) d. i. zich kwellen door er over te peinzen. In dien zin vinden we to take thought ook elders bij Shakespeare, en in het Evangelie van Mattheus lezen we: Take no thought for the morrow, for the morrow shall take thought for the things of itself." zegt Brutus 2) Antonius kan ons geen kwaad doen, maar alleen zich zelf. Hij kan aan het peinzen raken en voor Cæsar sterven. En dat zou voor hem heel wat zijn, het zwaarste offer zeker, dat zijn liefde To sports, to wildness, and much company. Whether Cæsar will come forth to-day, or no; Quite from the main opinion he held once 2) DECIUS. Never fear that: if he be so resolv'd, tot Cæsar brengen kon. Tribonius vindt dan ook het denkbeeld, dat Antonius zich door gedachten kwellen en sterven zou, zoo in strijd met zijn natuur, dat hij zegt: he will live and laugh at this hereafter. 1) Fear is hier cause of fear. De zin is dus: there is nothing for us to fear in him. 2) The main opinion is de meening, die hij placht te hebben, zijn doorgaande meening. 3) Met ceremonies is op godsdienstige gebruiken, b. v. het raadplegen der offerdieren, gedoeld. Daarom volgt er dan ook: the persuasion of his augurers. I can o'ersway him; for he loves to hear, For I can give his humour the true bent, CASSIUS. Nay, we will all of us be there 3) to fetch him. BRUTUS. By the eighth hour: is that the uttermost? CINNA. Be that the uttermost, and fail not then. METELLUS. Caius Ligarius doth bear Cæsar hard, 1) d. i. verraden, en vandaar: gevangen. Men fabelde van den eenhoorn, dat hij, een jager vervolgend, zich met zijn hoorn in den boom vastliep, waarachter deze zich verschool, en zoo gevangen werd. 2) Waar men zulke onvolledige verzen ontmoet, loopt men licht gevaar ze voor quite unmetrical te houden, gelijk Steevens dit vers gelieft te noemen, en dan tot allerlei, grootere of kleinere, tekstveranderingen, aanvullingen, verplaatsingen of wat het ook zij te komen, die volstrekt onnoodig zijn. Vóór men om het metrum iets in den tekst gaat, veranderen, beproeve men of het aannemen van een kortere of langere pauze niet alle zwarigheid opheft. Voor het bestaan van zulke pauzen blind, ofschoon ze vaak de schoonste werking hebben, ja schier onvermijdelijk zijn, zoodat ze met pauzen in een muziekstuk volkomen gelijk staan, heeft men nu eens onnoodige, zelfs der schoonheid schadelijke tekstveranderingen voorgesteld, dan weer de meest vreemde, door niets gerechtvaardigde uitspraak van het een of ander woord aangenomen. Zoo beweert b. v. Wagner in zijn dezer dagen verschenen uitgaaf van Macbeth, dat in Act. 1. Se. 2. sergeant driesylbig, brare als braäve en doubtful als don-oubtful moet worden uitgesproken. 3) d. i. in Cæsar's huis. Who rated him for speaking well of Pompey: BRUTUS. Now, good Metellus, go along by him: He loves me well, and I have given him reason; CASSIUS. The morning comes upon 's: we 'll leave you, Brutus. And, friends, disperse yourselves; but all remember What you have said, and show yourselves true Romans. BRUTUS. Good gentlemen, look fresh and merrily; [Exeunt all but BRUTUS. Boy! Lucius! Fast asleep? It is no matter; 1) d. i. laat onze blikken den schijn van ons plan niet aannemen, ons plan niet te koop dragen. 2) We moeten doen, zegt Brutus, alsof de zaak ons even weinig aanging, als den tooneelspeler zijn rol; onze geest moet er onvermoeid, kalm bij blijven, en in ons uiterlijk gedrag moeten wij vastheid toonen, zoodat men niet aan eenige verwardheid zien kan dat we iets voor hebben. Formal is hier: uiterlijk; er moet de schijn, het uiterlijk van constancy zijn, al is er ook het wezen niet. 3) In plaats van het honey-heavy dew der folio's (Johnson nam het verbindingsteeken weg, waardoor de lezing niet beter werd) heb ik in den tekst de thans ook door Dyce gehuldigde gissing opgenomen. Voert men daartegen misschien aan, dat honey-dew niet aan iets weldadigs laat denken, daar „it hangs upon the leaves and breeds insects," dan verwijs ik naar deze dichtregels : How honey-dews embalm the fragrant morn, Thou hast no figures 1), nor no fantasies, Which busy care draws in the brains of men; Enter PORTIA. PORTIA. Brutus, my lord! BRUTUS. Portia, what mean you? Wherefore rise you now? PORTIA. Nor for yours neither. You have ungently, Brutus, You suddenly arose, and walk'd about, I urg'd you further; then, you scratch'd your head, But, with an angry wafture of your hand, 1) d. i. waangestalten. Nagenoeg denzelfden zin heeft het woord fantasies; dit meervoud toch duidt images of the mind aan. 2) De komma, die in de uitgaven tusschen you en Brutus staat, vinden we pas in de vierde folio. In de drie eerste komt ze niet voor; |