Aanteekening op art. 61 van het ontwerpen nationaal strafwetboek (1875).D'Albani, 1875 - 155 Seiten |
Andere Ausgaben - Alle anzeigen
Häufige Begriffe und Wortgruppen
aangenomen accessoire natuur accessorium afzonderlijk ambtenaar Anstifter Archiv des Crim bankbreuk bedriegelijke bankbreuk beginselen Beihülfe beoordeeld bepaald bepalingen omtrent BERNER bigamie bijzondere persoonlijke Buri Canoniek Recht coauctores commun delict daad dader gepleegd daderes daders en medeplichtigen deelnemers deelneming aan misdrijf diefstal in dienstbaarheid dolo eenige extraneus familiediefstal FARINACIUS Gehülfen gequalificeerde misdrijf Gerichtssaal geval gewonen moord GEYER goed HÄLSCHNER handeling HEPP hetwelk hetzij Hof van Cassatie intel intellectueele dader kindermoord Köstlin leer der deelneming Lehrbuch maken mede mededaders medeplichtige meening moeder oder opruit ORTOLAN parricidium Pénal persoonlijke hoedanigheid persoonlijke omstandigheid physischen dader plegen plichtige poena privaat persoon regel Rosshirt schrijvers schuldig verklaard SCHÜTZE sischen dader slechts straffeloos Strafgesetzbuch Strafrechts strafwetboek Thäter Theilnehmer treffen tusschen uitzondering Urheber vader vadermoord verhouding vermoorden verschillende verzachtende of verzwarende verzwarende omstandigheid volvoeren VON BURI vreemde wanbedrijf wanneer wegens wetboek wetgever wezen ZACHARIä zachter gestraft zelf zoodat zoon zuiver ambtsdelict zuiver persoonlijk
Beliebte Passagen
Seite 136 - Les complices d'un crime ou d'un délit seront punis de la même peine que les auteurs mêmes de ce crime ou de ce délit, sauf les cas où la loi en aurait disposé autrement.
Seite 131 - Ein Diebstahl oder eine Unterschlagung, welche von Verwandten aufsteigender Linie gegen Verwandte absteigender Linie oder von einem Ehegatten gegen den anderen begangen worden ist, bleibt straflos.
Seite 142 - ... ou par des alliés aux mêmes degrés, ne pourront donner lieu qu'à des réparations civiles. A l'égard de tous autres individus qui auraient recelé ou appliqué à leur profit tout ou partie des objets volés, ils seront punis comme coupables de vol.
Seite 97 - Ne eum filio familias pater furti agere possit, non juris constitutio, sed natura rei impedimento est , quod non magis cum his quos in potestate habemus, quam nobiscum ipsi agere possumus.
Seite 147 - Medepligtig aan bedriegelijke bankbreuk, zullen worden verklaard en met dezelfde straffen als zoodanige baiikbreukigen zelf, zullen gestraft worden, zij, die overtuigd zullen zijn van met den bankbreukigen te hebben zamengespannen om zijne roerende of onroerende goederen geheel of ten deele te verduisteren of aan den boedel te onttrekken, valsche schuldvorderingen te zijnen laste verkregen te hebben, en die bij de verificatie hunner schuldvorderingen en in geval de beëediging dier schuldvorderingen...
Seite 102 - Übung eyner missthatt, wissentlicher vnd geuerlicher weiss einicherley hilff, beistandt oder fürderung, wie das alles namen hat, thut, ist peinlich zu straffen, als aber vorsteht, inn eynem fall anderst dann inn dem andern, darumb sollen inn diesen feilen, die vrtheyler mit berichtung der verhandlung, auch wie solchs an leib oder leben soll gestrafft werden, als obsteht radts pflegen.
Seite 1 - De persoonlijke omstandigheden, waardoor de strafbaarheid uitgesloten, verminderd of verhoogd wordt, komen bij de toepassing der strafwet alleen in aanmerking ten aanzien van dien dader of medeplichtige, wien zij persoonlijk betreffen.
Seite 137 - ... travaux forcés à perpétuité, ou de la déportation , lorsqu'il y aura lieu, ne leur sera appliquée qu'autant qu'ils seront convaincus d'avoir eu, au temps du recelé, connaissance des circonstances auxquelles la loi attache les peines de ces trois genres ; sinon ils ne subiront que la peine des travaux forcés à temps.
Seite 131 - Gesetze ausdrücklich bestimmt, daß, » wenn das Gesetz die Strafbarkeit einer Handlung nach den persönlichen Eigenschaften oder Verhältnissen desjenigen, welcher dieselbe begangen hat, erhöht oder vermindert, so sind diese besonderen Tatumstände nur demjenigen Teilnehmer (Mittäter, Anstifter, Gehilfe) zuzurechnen, bei welchem sie vorliegen«.
Seite 96 - Pompeia de parricidiis cavetur, ut, si quis patrem matrem, avum aviam, fratrem sororem patruelem matruelem, patruum avunculum, amitam, consobrinum consobrinam, uxorem virum, generum socrum, vitricum, privignum privignam, patronum patronam occiderit cuiusve dolo malo id factum erit, ut poena ea teneatur, quae est legis Corneliae de sicariis.